Intussen in het asiel: Reinaert

Intussen in het asiel: Reinaert

Het is maandagochtend en nog pikkedonker op het asielterrein. De vaste rituelen: aankleden, kat eten geven, honden uitlaten, honden eten geven, waterbakken verschonen. Als ik naar buiten kijk, zie ik dat het al een beetje licht wordt.

De dames

“Eerst maar even de dames voeren” zeg ik tegen mezelf. ‘De dames’ zijn onze kippen, vier buff (=prachtige roodbruine kleur) Orpington (=het ras) hennen, die bij het krieken van de dag naast hun nest staan. Hun namen luiden Marigold, Heather, Violet en Daisy, al kan ik ze werkelijk niet van elkaar onderscheiden en roep ik gewoon “kiep, kiep, kiep” als ze moeten komen.

De bedrijfswoning op het asielterrein is gezegend met een zalige grote tuin. En omdat ik wel wat hulp kon gebruiken bij het onkruid wieden, zijn de dames een aantal jaar geleden in dienst getreden. Ze kwijten zich met snavel en poot van hun taak en blijken ook nog eens gezellige tuingenoten te zijn. Hun inspanningen beloon ik met goed voer, een schoon hok en regelmatige parasietenbestrijding.

De buff Orpington hennen bij de beheerderswoning van Dierentehuis Stevenshage.

Hoopjes veren

Ik vul de gieter met vers water, pak de voertoren met kippenkorrels en maak een bak met extraatjes klaar: wat andijvie, een beetje graan, een handje net ontkiemde taugé spruiten.

Als ik in de tuin kom, scharrelen de dames nog niet rond, daarvoor is het nog nét te schemerig. Dan valt mijn oog op een paar lichte vlekken achterin tussen de bomen. Die zijn me niet eerder opgevallen en als ik beter kijk, slaat de schrik me om het hart. Het blijken hoopjes buff-kleurige veren te zijn. Terwijl ik mijn adem inhoud uit vrees voor wat ik aan zal treffen, maak ik het nachthok open. Zie geen kippen, wel hoopjes veren.

Ik duw mijn verbijstering weg om binnen een zaklamp te gaan halen. In het licht van de lamp zie ik de weerschijn van een spoor van donsveertjes, om de paar meter eentje. Het spoor leidt naar de zijkant van ons huis. Daar staan grote eiken en de grond is dichtgegroeid met klimop. Daar zie ik het ontzielde lichaam van een van de dames liggen. Zonder -excuses aan de teergevoelige lezer- kop, verder helemaal intact.

Spoorloze kippen

Inmiddels heb ik het asiel geappt “dat ik iets later ben vanwege 1 dode en drie verdwenen kippen”. Eline komt helpen met zoeken. Al snel vinden we nummer twee. Eveneens zonder hoofd. Op de asielapp leeft iedereen mee. Al snel valt het woord vos. Omdat onthoofden typisch iets schijnt te zijn dat vossen doen, is de vos ook mijn hoofdverdachte (geen opzettelijke woordspeling).

We zoeken het hele asielterrein af, maar zelfs met hulp van amateurspeurhond Kiki blijven de andere twee dames spoorloos. We vinden nog wel een half opgegeten duif tussen de braamstengels. Ik koester nog vaag de hoop dat we hen nog ergens tussen het struikgewas zullen vinden, maar de tuin blijft leeg en doods.

Eén van de kippen (buff Orpington hennen) bij de beheerderswoning van Dierentehuis Stevenshage.

Begraven

Dinsdagochtend loop ik op weg naar het asiel nog even langs het lege kippenhok. Poedel Trip loopt mee en heeft ongewoon veel belangstelling voor een stekelige Mahonia struik vlak bij het hok. “Nee Trip, dat zijn alleen vere… ah nee hè”.

Begraven onder de struik ligt nummer drie. Er steekt alleen een kippenpoot uit de aarde omhoog. Een eindje verderop in de tuin ligt een half opgegeten karkas. Ook deze beide dames zijn onthoofd. Kennelijk heeft de vos gisteren genoeg gehad aan de vier kippenkoppen, deze twee ergens opgeborgen voor later en vannacht uitgebreid gedineerd. (Nogmaals verontschuldigingen aan de gevoelige lezer.)

Gefaald

Ik ben er kapot van. Ik baal dat ik niets gehoord heb en voel me schuldig dat ik de dames niet heb kunnen beschermen. Dat ze op deze manier aan hun einde moesten komen. Ik heb gefaald in mijn verantwoordelijkheid als diereigenaar en dierverzorger. Ik ben niet boos op de vos, die doet wat hij moet doen om in leven te blijven, maar wel boos op mezelf. Dat het jaren goed is gegaan met de kippen, maakt niet dat ik me beter voel.

Het voelt als een gemis in mijn dagelijkse routine, nu ik niet meer een aantal keren per dag bij de kippen langs hoef te lopen. Toch moet ik voorlopig het antwoord op de – voor de hand liggende – vraag of ik nieuwe kippen ga nemen, schuldig blijven. Ook voor het asiel zullen we na moeten denken wat het betekent nu Reinaert mogelijk naar de Stevenshof is verhuisd.

Zonder paniek te zaaien willen we eigenaren van kleine dieren zoals kippen en konijnen graag wijzen op het belang van een veilig en vooral ’s nachts goed afgesloten verblijf.

Op het terrein van Dierentehuis Stevenshage in Leiden is mogelijk een vos geweest.

8 gedachten over “Intussen in het asiel: Reinaert

  1. Gewaarschuwd mens, hier Merenwijk Siren, Monet, Wit Neck, baardmannetje en Flossy de 5 los lopende geholpen nijnen van ons zijn er alle vijf nog. Al leven ze vanwege het weer liever op dit moment In het bovenste deel van de konijnenhokken

  2. Aaaah Nicolet, wat triest…
    Sterkte en “gewoon” weer nieuwe dames in huis nemen hoor! Alleen iets meer veiligheidsmaatregelen nemen, ter voorkoming dat het weer gebeurt.

    1. Dankjewel Lisette en als er nieuwe dames komen, zal ik zorgen dat de tuin een onneembare vesting wordt…

  3. Ik begrijp dat je je schuldig voelt hoor, dat je ze niet hebt kunnen beschermen. Maar wie verzint nou dat er een vos in de stad ronddoolt? En ze hebben een prachtig mooi leven gehad en een snelle dood. Niet leuk, wel klein beetje schrale troost.

  4. Nicolette,
    Triest verhaal, dramatisch einde, maar zo leuk geschreven. Wanneer ga je de stukjes eens bundelen en uitgeven in een boekje? Wij kunnen sponsoren. Denk er eens over na…. Verder, blijf vooral doorgaan.

    1. Dankjewel Elke, het is nog steeds akelig leeg als ik naar buiten kijk…
      Je opmerking over het bundelen van de verhalen zal ik doorgeven!

Reageren is niet mogelijk.

Reageren is niet mogelijk.