Intussen in het asiel: Hollywood-reality versus de werkelijkheid
Op dinsdag voer ik een afstandsgesprek met de baasjes van kater Salvadore. Salvadore sproeit in huis. Het gedrag is begonnen na de verhuizing naar hun nieuwe woning en verergerd nadat in de buurt een stoere-mannetjesputtende-alles-is-van-mij-kater is komen wonen. De eigenaren hebben werkelijk alles uit de kast gehaald om Salvadore te helpen. Chipluik, feromonenspray, speciaal schoonmaakmiddel, dierenartsonderzoeken, medicatie, dieetvoer, gedragstherapie. Soms lijkt het sproeien iets te verminderen, om vervolgens in dubbele hevigheid terug te komen. Inmiddels zijn ze zes jaar en vele honderden euro’s verder. De situatie in huis is onhoudbaar.
Samen zijn we tot de conclusie gekomen dat hij een andere woonsituatie nodig heeft, waar hij beter tot zijn recht kan komen. Ergens waar hij niet in aanraking komt met andere katten, waar hij kan ontspannen en geen behoefte voelt om overal zijn geurvlag te planten. En dus brengen ze hem vandaag, met tegenzin, naar het asiel.
Eén voor één werk ik de punten op de checklist af. Lichamelijk onderzoek door de dierenarts, gegevens noteren in de computer, uitgebreide vragenlijst doornemen. Welk voer vindt hij lekker, wat is zijn lievelingsspeelgoed, waar slaapt hij het liefst, enzovoort. Tenslotte leg ik uit hoe we te werk gaan om de kat te herplaatsen.
Ik vertel dat we zijn medisch dossier helemaal in orde gaan maken (vaccinaties, urine onderzoek). Dat we, zodra Salvadore een beetje aan ons gewend is, een profiel maken van hoe zijn nieuwe thuis eruit moet zien. Dat we hem gaan ‘adverteren’ via onze website en Instagram. Dat we een mens bij het dier zoeken en niet andersom. Dat we daaraan geen concessies doen. Dat we ervan overtuigd moeten zijn de plaatsing een goede kans van slagen heeft.
En dat er – ik vermeld het min of meer terloops, want voor mij vanzelfsprekend – géén einddatum zit aan het asielverblijf van Salvadore. De eigenaren veren een beetje op. Ze lijken opgelucht. Mijn opmerking beantwoordt een vraag die ze niet durven stellen. Ze zeggen schoorvoetend dat ze twee jaar geleden al van plan waren om hem af te staan, maar zich bedacht hebben. “Men” zegt immers dat asielen dieren laten inslapen als er geen plaats meer is, of als ze na een bepaalde periode niet herplaatst zijn.
“Men” zegt van alles zonder dat “men” ooit een voet over de drempel van een asiel heeft gezet. Dat het zielig is om een dier naar het asiel te brengen. Of zelfs dat het het ergste is dat een dier kan overkomen.
Vaak stamt het beeld dat mensen van een asiel hebben uit Hollywood films en Amerikaanse realityshows. Associaties met donkere sombere gebouwen, overvolle hokken, zieke dieren en uitgebluste mensen voor wie elk asieldier er een teveel is. Onze werkelijkheid is anders. We hebben dit werk gekozen om voor alle aan onze zorg toevertrouwde dieren een passend nieuw thuis te vinden. Níet om dieren in te laten slapen. Ja, euthanasie komt voor. Maar nóóit, echt nóóit, op grond van “te veel dieren” of “te lang zitten”. Hiervoor lopen alle medewerkers en vrijwilligers zich elke dag het vuur uit de sloffen.
De baasjes van Salvadore gaan nog even naar hem toe om gedag te zeggen. Ik begrijp hoe moeilijk het moet zijn voor hen om hem zo te zien, in een hokje, met grote ogen en een vraagteken boven zijn hoofd. Dit is zeker niet het makkelijkste besluit. Hopelijk zien ze over een tijdje dat het een goed besluit is. En kunnen ze bij gelegenheid uit eigen ervaring aan “men” vertellen hoe het werkelijk in een asiel toegaat.
Bekijk onderstaande video voor een indruk van de kattenverblijven in Dierentehuis Stevenshage. De kwaliteit van huisvesting en verzorging van onze asielkatten is gelijk aan die van pensionkatten. De afdelingen zijn uiteraard wel van elkaar gescheiden.
4 gedachten over “Intussen in het asiel: Hollywood-reality versus de werkelijkheid”
Ik kan met meer dan 100% schrijven dat de katten/poezen die hier zijn zó goed verzorgd worden. Dit schrijft ik ook niet omdat ik er sinds april als vrijwilliger werk. Soms, als je de geschiedenis hoort, is het een beetje zielig. Andere ruimte, omgeving, geuren: het is anders. Maar als je merkt, ziet en hoort hoe het met ze gaat, dat is gewoon fantastisch. Er wordt écht goed gekeken wat te doen…en wat niet….met ze. Ik voel me zeer gezegend voor het werk wat ik doe bij het asiel….
Dus: het dierenasiel is niet zielig, donker etc.
Een ding is zeker ! Mijn man en ik werken krap een jaar als vrijwilliger in dit asiel. Wij hebben er een absoluut positieve indruk van. De dieren, groot en klein, alle soorten en maten hebben het hier uitstekend, worden prima verzorgd, ook de pensiondieren. Er wordt naar ons idee alles uit de kast gehaald om een dier het zo prettig mogelijk te maken.
Ook wij horen nog steeds heel wat onterechte opmerkingen en verkeerde ideeen over het wel en wee in een asiel. Jammer. Hoort gelukkig bij het rijk der fabelen.
En . . . onnodig te melden, maar wij sluiten ons aan bij het vorige verhaal: wij werken met ontzettend veel plezier in dit asiel. Goede sfeer, prettige collegialiteit,
leerzaam en het geeft zo’n ongelofelijk voldaan gevoel.
Els en Leo
Hebben jullie nog iemand nodig bij het katten pension als vrijwilligster? Dan zou ik dit graag op mij willen nemen.
Vriendelijke groet
Jeanne Kaptijn
Beste Jeanne,
Bedankt voor je reactie en aanbod! Op dit moment zijn we gelukkig goed bezet en nemen we in verband met de zomerdrukte geen nieuwe vrijwilligers aan. Op de pagina Vrijwilligerswerk vind je meer informatie en onderaan een actueel overzicht.
Hartelijke groet,
Suzan
Reageren is niet mogelijk.